Prinsjesdag 2024: de impact op de… | Boers & Lem | Bedrijfsmakelaars

Wist u dat uw browser verouderd is?

Om de best mogelijke gebruikerservaring van onze website te krijgen raden wij u aan om uw browser te upgraden naar een nieuwere versie of een andere browser. Klik op de upgrade button om naar de download pagina te gaan.

Upgrade hier uw browser
Ga verder op eigen risico
Nieuws

Prinsjesdag 2024: de impact op de vastgoedsector

Het kabinet maakte afgelopen dinsdag, op Prinsjesdag, de begrotingsplannen voor 2025 bekend. Dit betekent traditiegetrouw weer de nodige fiscale wijzigingen voor de vastgoedsector. Wij zetten ze hier voor je op een rij.

Verlaging tarief voor overdrachtsbelasting

Het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting voor de verkrijging van woningen waar geen sprake is van langdurige eigen bewoning als hoofdverblijf (ofwel verkrijging door beleggers) wordt per 1 januari 2026 verlaagd van 10,4 procent naar 8 procent. Het tarief voor de verkrijging van onroerende zaken anders dan woningen blijft vooralsnog 10,4 procent.

Vanaf 1 januari 2025 kan de verkrijging van de economische eigendom van een woning, bedoeld als hoofdverblijf, in aanmerking komen voor het verlaagde overdrachtsbelastingtarief of de startersvrijstelling (2 procent), mits aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan. Dit zorgt ervoor dat kopers van economische eigendom dezelfde behandeling krijgen als kopers die volledige eigendom van de woning verwerven.

Verlaging tarief voor overdrachtsbelasting

Het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting voor de verkrijging van woningen waar geen sprake is van langdurige eigen bewoning als hoofdverblijf (ofwel verkrijging door beleggers) wordt per 1 januari 2026 verlaagd van 10,4 procent naar 8 procent. Het tarief voor de verkrijging van onroerende zaken anders dan woningen blijft vooralsnog 10,4 procent.

Vanaf 1 januari 2025 kan de verkrijging van de economische eigendom van een woning, bedoeld als hoofdverblijf, in aanmerking komen voor het verlaagde overdrachtsbelastingtarief of de startersvrijstelling (2 procent), mits aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan. Dit zorgt ervoor dat kopers van economische eigendom dezelfde behandeling krijgen als kopers die volledige eigendom van de woning verwerven.


Inkomstenbelasting: aanpassingen box 2 en box 3

Per 1 januari 2025 wijzigt het belastingtarief op inkomen uit aanmerkelijk belang in box 2. Vanaf 2024 gelden twee schijven: 24,5% tot €67.000 en 33% daarboven. In 2025 daalt het toptarief naar 31%. Het belastingtarief over het inkomen uit vermogen, box 3, blijft 36%, ondanks eerdere plannen. De overgang naar belasting op werkelijk rendement in box 3 is uitgesteld tot 1 januari 2027.

BTW-herziening op vastgoeddiensten

Onderdeel van het Belastingplan 2025 is het voorstel om een btw-herzieningsperiode voor diensten aan onroerende zaken in te voeren. De maatregel houdt in dat een btw-herzieningsperiode van vijf jaar voor diensten aan onroerende zaken vanaf €30.000, zoals verbouwingsdiensten. Dit moet kortdurende btw-constructies, zoals short stay-verhuur gevolgd door btw-vrijgestelde verhuur, tegengaan. De voorgenomen inwerkingtreding van de maatregel is 1 januari 2026, maar verhuurders moeten hier nu al rekening mee houden.

Overdrachtsbelasting: aandelentransacties vastgoed

Per 1 januari 2025 zal de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting worden afgeschaft voor bepaalde aandelentransacties. Deze wetswijziging is vorig jaar al aangenomen.

Overdrachtsbelasting: beperking kavelruilvrijstelling

Het kabinet past de kavelruilvrijstelling aan om misbruik te voorkomen. Kavelruil is een vorm van gebiedsinrichting waarbij minimaal drie partijen vrijwillig onroerende zaken ruilen. Met de aanpassing geldt de vrijstelling met ingang van 1 januari 2025 niet meer voor woningen, bedrijfsgebouwen en andere opstallen, behalve voor agrarische bedrijfswoningen en landbouwopstallen. Hiervoor komt een voortzettingseis van tien jaar.

Vennootschapsbelasting: beperking renteaftrek vastgoedlichamen

De earningstrippingmaatregel beperkt hoeveel rente bedrijven kunnen aftrekken van hun winst. Normaal mag je niet meer rente aftrekken dan 20% van de winst voor rente, belastingen en afschrijvingen (EBITDA) of 1 miljoen euro, afhankelijk van wat hoger is. Vanaf 1 januari 2025 vervalt de drempel van 1 miljoen euro voor vastgoedbedrijven die vooral vastgoed verhuren. Hierdoor kunnen ze minder rente aftrekken. Dit gebeurt omdat bedrijven vaak hun vastgoed over meerdere vennootschappen verdelen om onder die 1 miljoen euro te blijven, en dat wil de overheid voorkomen.

Tegelijk gaat de renteaftreklimiet omhoog van 20% naar 25% van de EBITDA, wat beter aansluit bij andere Europese landen.

Samenloop verliesverrekening en kwijtscheldingswinstvrijstelling

De samenloop van verliesverrekenings- en kwijtscheldingswinstregels kan verlieslijdende bedrijven hinderen bij sanering door extra belasting op kwijtscheldingswinst. De wijziging in de kwijtscheldingswinstregeling zorgt ervoor dat verliezen boven de 1 miljoen euro volledig worden vrijgesteld, zolang de kwijtscheldingswinst de overige verliezen overtreft. Voor verliezen tot 1 miljoen euro blijft de regeling ongewijzigd.

Belasting op onbebouwde grond met woonfunctie

In het Regeerprogramma is aangekondigd dat wordt gekeken hoe een belasting op onbebouwde grond met een woonfunctie kan worden vormgegeven, met als doel woningbouw te bevorderen en speculatie met bouwgrond tegen te gaan. Het kabinet komt uiterlijk voorjaar 2025 met voorstellen hiertoe.

Advies & informatie
Wil je meer informatie over de impact van de fiscale wijzigingen op de vastgoedsector, wij helpen je graag! Neem gerust contact met ons op:

T: 053-433 55 77 of 0546-74 00 00
E: info@boersenlem.nl

Bron: Vastgoedmarkt